Nederlandse volkscultuur

15-08-2017 –  De KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) beheert in Nederland enkele vooraanstaande onderzoeksinstituten. Een daarvan richt zich op de Nederlandse Volkscultuur. Dit is het Meertens Instituut, misschien beter bekend als ‘Het Bureau’ uit de romanserie van J.J. Voskuil. Zoals alle instituten probeert ook het Meertens af en toe te laten zien dat ze een maatschappelijk nuttige functie vervult. Zo heeft ze alle knuffels en andere attenties die neergelegd zijn op de plek waar Pim Fortuyn werd vermoord in haar verzameling opgenomen. Hierdoor was dit instituut even in het nieuws; daarna hoorden we weer lang niets van haar.

In 2001 rondde ons instituut (IEZ) een kleine literatuurstudie af naar het Nederlands volksgeneeskundig kruidengebruik [1]. We maakten voor een internationaal etnobotaniecongres een overzicht van de meest voorkomende planten in 20e-eeuwse Nederlandse populaire kruidenboeken. Het heeft bijzonder veel tijd en moeite gekost om iemand op het Meertens te vinden die bereid was om dit rapport, dat geheel gratis ter beschikking werd gesteld, op te nemen in de bibliotheek. Na maandenlang heen en weer gepraat, werd het aangenomen en stond het online met een verkeerd gespelde auteursnaam. Dit werd enkele jaren later rechtgezet. Niets dan lof dus.

Alhoewel er op het Meertens niemand is die zich met kruidengeneesmiddelen bezighoudt of -hield, is er wel wat gedaan op het bredere terrein van religieuze- en volksgeneeskunde. In 1994 werd een congres van het Meertens hierover mede door de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) gesponsord. In 2016 verklaarde Meertens-professor Margry echter in de NRC: “Er bestaat een heel dominante medische wereld en vanuit die medische wereld is er in Nederland een heel actieve club: de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Hun doel is een kruistocht houden tegen alles wat met alternatief genezen te maken heeft. Dat brengt echter de kennis en in het inzicht erover niet veel verder.” Voortschrijdend inzicht, ook dit verdient lof.

In 2016 leek het wel of het Meertens als eerste het verschijnsel alternatieve geneeswijzen had ontdekt. Margry organiseerde hierover een internationale wetenschappelijke conferentie, maar haastte zich te verklaren: “De conferentie is niet medisch van aard en evenmin gericht op effectiviteitsclaims, maar focust juist op de weinig bekende culturele praktijken en contexten van aanbieders en hun cliënten [2].” Desalniettemin stelde hij in de NRC dat alternatieve geneeswijzen in Nederland steeds populairder worden, vooral onder hoogopgeleiden, en dat deze mensen toch niet allemaal als naïef kunnen worden weggezet. Dit was bij de VtdK tegen het zere been. Zowel Margry als de NRC werden fel aangevallen.

Op 22 oktober 2016 gaven Renckens (VtdK) en Margry (Meertens) samen een lezing met interview op het Skepsis congres [3]. Margry verklaarde ongevraagd dat hij zelf helemaal niets had met alternatieve geneeswijzen, hij had slechts etnologische academische belangstelling voor bedevaarten en aanverwante thema’s. “Ook rationele mensen maken irrationele keuzes; gelukkig zijn er steeds minder gevaarlijke kruidenvrouwtjes” (maar steeds meer psychisch en spiritueel gerichte healers), aldus de duiding door Margry.

Vinden onze ‘kruidenvrouwtjes’ dus helaas geen aansluiting bij het instituut voor Volkscultuur, bij omroep Max zijn ze daarentegen welkom. In het programma Gezond verstand [4] worden mensen uitgenodigd hun huismiddeltjes te promoten tegenover een panel van drie artsen. Daar komen, tussen behandelingen als maanlicht, rauwe eieren en bouillonblokjes, ook pareltjes naar voren als het melksap van de stinkende gouwe (Chelidonium majus) tegen wratten; of het gebruik van geelwortel (Curcuma sp.) bij acne. Des te treuriger is het dat er in dit panel geen enkele arts, apotheker of onderzoeker met kennis over kruiden zit. De artsen die er wel zitten schamen zich niet voor hun totale gebrek aan kennis op dit gebied. WHO- of EMA-monografieën blijven onvermeld en hetzelfde geldt voor de zeer vele studies over bijvoorbeeld Curcuma spp. en Zingiber officinale. De artsen ‘testen’ in hun praktijk (n = 4) de middelen en ‘ontdekken’ zo van alles. Nu maar hopen dat er geen slimmerik meekijkt die er patent op gaat aanvragen.

Referenties

  1. Asseldonk, AGM van. Traditional and modern herbalism in the Netherlands. Beek, 2001. Via www.ethnobotany.nl/wp-content/uploads/2017/03/EB-Ass-Traditional-and-modern-herbalism-2001-allpict.pdf
  2. Persbericht op www.meertens.knaw.nl/cms/nl/nieuws-agenda/nieuws-overzicht/231-2016/145086-alternatieve-geneeswijzen-onder-de-loep-van-de-wetenschap
  3. https://kloptdatwel.nl/2016/11/27/skepsis-congres-2016-cees-renckens-en-peter-jan-margry/
  4. www.uitzendinggemist.net/aflevering/394428/Gezond_Verstand.html

Gepubliceerd in Ned Tijds Fytoth 2017 (jg 30)  nr. 3 pag. 22. Zie http://www.fyto.nl